Veteranen-voertuig-anjer

 

De Nederlandse Veteranen Voertuig Anjer
het zusje van de Engelse Car-Poppy

Engeland heeft de Poppy:
De herdenkingsklamproos staat symbool van respect en herinnering voor de soldaten die vanaf de Eerste Wereldoorlog zijn omgekomen. Deze betekenis van de klaproos kwam tot stand doordat de klaproos, sterk maar teer, veel voorkwam in het landschap aan het westfront tijdens en na de Eerste Wereldoorlog.
Nederland kent de witte anjer.
Nederland kent de witte anjer.
De anjer vindt haar oorsprong in de eerste collectieve daad van verzet door het Nederlandse volk na de inval van de Duitsers op 10 mei 1940. Nederland was bezet. Op zaterdag 29 juni 1940 werden kransen gelegd bij standbeelden van leden van het koninklijk huis en de vlaggen uitgehangen voor de verjaardag van prins Bernhard. Dit was de eerste koninklijke verjaardag sinds de bezetting.
 
De Duitsers reageerden met een heel aantal strenge maatregelen, maar het verzet was op gang gekomen door het dragen van de witte anjer.
De anjer is door het Veteranen Instituut in 2005 verkozen tot het Nationale symbool voor erkenning en waardering en voor steun aan onze veteranen.
De anjer heeft bij lange na nog niet dezelfde statuur als haar Britse zusje. Met het massaal voeren en dragen van een witte anjer kunnen we als samenleving een statement maken.
Bovendien zijn er in Nederland ook nog steeds veel veteranen die onze hulp hard nodig hebben. Als de Nederlandse Voertuig Anjer in grote aantallen gevoerd zou worden, kan met een deel van de opbrengst meer hulp geboden worden aan deze groep.
Zover zijn we nog niet maar daar willen we ons voor inzetten.

Ons doel is om, uiterlijk voor 29 juni 2024, door middel van het uitbrengen van een herkenbare witte voertuig anjer, vergelijkbaar met de Engelse Car-Poppy, meer zichtbaarheid te creëren op de burgerauto, motor, monumentale militaire voertuig, rollator, fiets of waarop dan ook.

   De anjer is te bestellen via de https://veteranenanjer.nl onder het tabblad: “Contact en bestellen”.

Met veteranengroet,

Hans van Haalen