Cavalerie: Dodenherdenking Amersfoort 2024 Foto’s.

 

Toespraak Wapenoudste Cavalerie
bij de herdenking gevallen Cavalerie 2024

Geachte nabestaanden, genodigden en medecavaleristen,

Goedemorgen. Ik ben generaal Joris Legein, Wapenoudste der cavalerie en ik heet u allen welkom op deze dodenherdenking cavalerie.

Vandaag zijn wij hier bijeen om onze gevallen kameraden te herdenken en stil te staan bij het offer dat zij hebben gebracht.

Afgelopen dinsdag 23 April was het St Joris dag, de dag van de patroonheilige van de cavalerie, van de stad Amersfoort met haar St Joriskerk, van Engeland, van Rusland en zelfs de stad Moskou.

De patroonheilige van militairen, boeren, mijnwerkers en ruiters. Patroonheilige tegen oorlogsgevaar en ziektes. Een helper in nood en een beschermer tegen kwaad en onrecht. Zelfs met opoffering van het eigen leven. Een patroonheilige die vereerd wordt in het westen en het oosten.

En hoe toepasselijk is het om daar, vandaag, in het licht van de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne wat woorden aan te besteden, staande tegenover het monument van de cavalerie gevallenen, die immers ook tegen kwaad zijn opgestaan en die het hoogste offer hebben gebracht

Vier en een halve eeuw cavaleriegeschiedenis is het verhaal van vele malen strijd waarin een groot aantal wapenbroeders het leven liet. Dat mogen wij nooit vergeten. Daar moeten wij bij stilstaan.

Daarom staan wij stil bij de vele naamloze gesneuvelden wiens precieze verhaal wij niet meer kennen, maar waarvan wij slechts nog het effect van hun daden kennen.

De talloze naamloze gesneuvelden uit onze vroege historie, die dienden in de vele cavalerieregimenten die ons voorgingen en die op uiteenlopende plaatsen in Europa de strijd aangingen voor het behoud van de vrijheid en onafhankelijkheid van ons land.

Maar er zijn ook cavaleristen gesneuveld, waarvan wij de naam wel kennen … evenals de omstandigheden waaronder zij hun offer brachten. En omdat ons kristalklaar moet blijven hoe bijzonder en groot dat offer is, mag herdenken nooit verworden tot een ietwat abstract en formeel eerbetoon. Daarom deel ik ook dit jaar graag een meer persoonlijk verhaal over gesneuvelden. Dat van de drie huzaren die op 10 mei 1940 sneuvelden op de Zuid Ginkelse Heide.


Dit zijn de kornet Eef (graaf) van Limburg Stirum, de korporaal Pieter Bonkerk en de huzaar Johannus Dijkers. Zij waren onderdeel van het 2e eskadron van het 3e Regiment Huzaren (nu het RH PCA), dat destijds was ingedeeld bij het 4e Regiment Huzaren (nu RH HvB).

4RH had tot taak de Duitse opmars te vertragen tot aan de Grebbelinie (door het aanbrengen van vernielingen) en daarna legerkorpsreserve te worden. De kornet van Limburg Stirum behoorde zelf niet tot het 3e Regiment, maar was lid van de commandogroep van het 4e Regiment.

Carel Everhard (Eef) van Limburg Stirum was lid van een vooraanstaande adellijke familie, waarvan meer leden binnen de Nederlandse cavalerie hebben gediend of op andere toonaangevend posities de Staat der Nederlanden dienden.

Hij was geboren op 22 december 1917 te Bloemendaal. Hij groeide op in Huis Spijkerbosch in Olst, met twee oudere broers en hier beheerde zijn vader het landgoed.

Pieter Christiaan Bonkerk was geboren in Assendelft op 27 juni 1917. Hij was reservist en op 11 november 1939 was hij net getrouwd met Hendrika Voorn uit Krommenie. Hij was op 4 oktober 1937 in dienst getreden bij het 3e Regiment Huzaren en ruim een jaar later, op 31 december 1938, was hij met groot verlof gegaan, om vervolgens op 29 augustus 1939 weer te worden opgeroepen. Tegen een soldij van 17 cent per dag! Hij was chocoladebewerker van beroep.

Overigens staat op zijn staat van dienst nog een ‘douw’ van twee dagen licht arrest wegens het ’15 min na reveille nog in bed te zijn aangetroffen.’

En dan Johannes Gerardus Dijkers. Hij was geboren op 3 september 1916 te Haarlem, als 3e zoon uit een gezin van 5 zonen (allen waren slager, ook hun vader). Zijn vader was intussen in 1930 al overleden.
Zijn dienstperiodes komen overeen met die van Pieter Bonkerk. Hij had ook. strafblad. Twee dagen zwaar arrest wegens het ’te laat terugkeren van periodiek verlof’.

Terug naar de meidagen. Terwijl de eskadrons van 4RH zich al vertragend terugtrokken achter de Grebbelinie, bleven enkele gevechtsposten achter om de bewegingen van de vijand in de gaten te houden en niet te worden verrast tijdens de terugtocht. Zo ook de mobiele groep van de kornet Limburg van Stirum, uitgerust met motoren en een lichte mitrailleur Lewis M20.

Om 15.00 uur meldde de ordonnans Kuperus zich op de eskadronscommandopost en hij vertelde dat de groep zich had teruggetrokken op een positie bij café Zuid Ginkel (langs de weg Ede – Planken Wambuis), maar om 18.00 uur kwam dezelfde ordonnans (nu in burger gekleed) melden dat de drie huzaren waren gedood door ‘schoten in het hoofd’.

Wat was er gebeurd? De huzaren patrouille was onder druk teruggeweken van een meer oostelijke positie naar het café Zuid Ginkel (nu café restaurant juffrouw Tok) en had hier een waarnemingspost ingericht met front richting de N224. Vanuit meer zuidoostelijke richting naderde echter op de flank intussen een verkenningseenheid, namelijk motorrijders van de 15. Krad Aufklärungs Kompanie van het SS Regiment “Der Führer”.
Deze eenheid was eerder bij Renkum vastgelopen op het verzet van het 5e eskadron van 4RH en zocht nu naar een flankerende route richting de Grebbeberg.

De waarnemingspost werd dus verrast en moest snel positie wijzigen. Kornet van Limburg Stirum verplaatste snel de mitrailleur naar een nieuwe positie en nam de Duitsers onder vuur. Toen de kogels op waren rende hij de trap af naar beneden en stormde door de hal het café uit om even later dodelijk te worden getroffen in het hoofd.

Korporaal Bonkerk en huzaar Dijkers probeerden onder dekking van de actie van de kornet van Limburg Stirum door een zijdeur het pand te verlaten, maar werden hier ook door de al genaderde Duitsers uitgeschakeld.

Met zijn actie heeft de kornet van Limburg Stirum geprobeerd het vertrek van de beide andere cavaleristen te dekken. Het is onduidelijk of de beide cavaleristen (in het hoofd geschoten) tijdens schotenwisselingen zijn gevallen of naderhand door de SS-ers zijn geëxecuteerd.

De ordonnans Kuperus was intussen ook de trap naar de deel afgegaan, en werd opgevangen door de zoon van de lokale boer die hem in de schuur, onder een beetje hooi, wist te verstoppen. De Duitsers hebben het pand doorzocht, maar de ordonnans niet gevonden.

De Nederlandse artillerie legde op dat moment vanaf de Grebbeberg vuur op de Ginkel, waarop de Duitsers zich met gezwinde spoed over de N224 terugtrokken. Even later kreeg Kuperus van de boer een civiele overall en een fiets en zo kon hij, als boer vermomd, verslag gaan uitbrengen op eskadrons commandopost (De Langeberg).

Kornet van Limburg Stirum is postuum onderscheiden met het Bronzen Kruis, wegens “het zich onderscheiden door moedig gedrag tegenover de vijand”. De kornet van Limburg Stirum is begraven in een familiegraf op de Algemene Begraafplaats in Zutphen. Op zijn grafsteen staat vermeld: “Standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den vaderland getrouwe bleef ik tot in den dood.” Dit zijn twee regels uit het Wilhelmus.

Korporaal Bonkerk en huzaar Dijkers liggen op de Algemene Begraafplaats in Ede. De begrafenis van Bonkerk is door de familie van Limburg Stirum betaald. De eerste gedenksteen (na de oorlog ingemetseld in het café) was ook door de familie van Limburg Stirum betaald.

Bij het café-restaurant bevindt zich inmiddels een nieuwe gedenksteen waar elk jaar bloemen en kransen worden gelegd. Ook dit jaar weer. Op 10 mei 2016 werd die gedenksteen onthuld, waarbij tevens het wel toegekende, maar nooit overhandigde Bronzen Kruis aan de nabestaanden van Graaf van Limburg Stirum werd overhandigd.

Hetzelfde gold voor de Oorlogsherinneringskruizen. De nabestaanden van huzaar Dijkers hebben dit destijds wel ontvangen, de nabestaanden van kornet van Limburg Stirum en huzaar Bonkerk niet. Ook dat werd op 10 mei 2016 rechtgetrokken.


De inzet van de gevallen huzaren, toont de wil om te vechten.

Het feit dat zij hierbij weinig ondersteuning hadden en daardoor het leven lieten, toont tegelijkertijd het gebrek aan de mogelijkheid te blijven vechten aan. Hun moed, hun toewijding, hun inzet, hun wil, stelde de rest van het regiment wel in staat om ongehinderd en ongeschonden meer achterwaarts gelegen verzamelgebieden te betrekken om haar taak als legerkorpsreserve te kunnen uitvoeren. Hun offer was dus niet vergeefs.

Deze drie voorbeelden van gevallen cavaleristen staan vandaag symbool voor de vele duizenden Nederlandse cavaleristen die sinds de oprichting van ons Koninkrijk in 1813 vielen in dienst van hun vaderland. Vielen voor vrede en veiligheid. Net zoals meer recent cavaleristen vielen in voormalig Joegoslavië, Rusland en Afghanistan.

Nogmaals: Eerbetoon aan onze gevallenen is belangrijk. Hun offers mogen niet worden vergeten. Vooral niet van diegenen die verplicht in dienst moesten en die niet meer verwacht hadden in dit soort situaties terecht te komen. De reservisten, de vaders, die met het telegram ‘Keert Onmiddellijk Terug’ hun vrouwen en kinderen achterlieten en de roep van hun vaderland volgden om vrede en vrijheid te verdedigen. En die hierbij het hoogste offer brachten, zonder dat ze soms een schot hadden gelost of een vijand in uniform hadden gezien.

En soms zelfs zonder dat ze wakker geworden waren, zoals de huzaren die bij bombardement op de Alexander kazerne in de ochtend van 10 mei 1940 werden gedood. Een levensdroom die ongemerkt in een nachtmerrie overging. Een nachtmerrie die nooit zou eindigen voor hun achterblijvende gezinsleden. En die zelfs nu nog voor verdriet en gemis zorgt.

Chaos, ellende, zinloze vernietiging, verdriet en gemis. Helaas vandaag de dag maar al te tastbare begrippen. De wereld is er niet veiliger op geworden. De oorlogen in Oekraïne, Gaza, Jemen en vele Afrikaanse landen zijn tekenen dat de ‘rede’ niet altijd de boventoon voert. Dat onze ‘oerdrift tot vechten’ om onze belangen, eer en trots te verdedigen nog niet uitgebannen is.

Hier in het vrije Westen verdedigen wij onze belangen, onze vrijheid, onze welvaart, onze gemeenschappen. Wij verdedigen onze vrijheid om vrijelijk te mogen denken, vrijelijk te mogen praten, vrijelijk te mogen liefhebben. Net zoals onze voorgangers hebben liefgehad en al deze vrijheden hebben verdedigd. En hiervoor hebben zij zware offers gebracht.

Offers die diepe sporen nalaten bij de familie, hun vrienden en hun wapenbroeders. Daarom is het zo belangrijk dat wij een dag als deze in ere houden en dat wij samenkomen bij ons cavaleriemonument.

Om te herinneren,
om te gedenken
en om te eren.

Bij ons leven eren wij vandaag onze cavalerie doden, omdat deze kameraden ons leven dragen met hun leven.