Levensloop van de Majoor bd der Cavalerie Jaap Beekman

 
WEGENER DIGITAAL ARCHIEF
23-03-2005
ZW2REG (regio)
ZC (Zwolse Courant editie Stad)
MICHAEL AMSMAN
de Stentor

Jaap Beekman zag zijn Yolande na twee weken huwelijk niet meer terug – De val klapt dicht in de Moulin Brulé

Door: MICHAEL AMSMAN

De Stentor en het Historisch Centrum Overijssel beschrijven 60 maanden oorlog na 60 jaar vrede in 60 verhalen. Vandaag aflevering 42: september 1943.

Twee weken na zijn huwelijk zette Jaap Beekman zijn vrouw op de trein. Ze zou gedropt worden in Frankrijk, om het verzet te ondersteunen. Meer dan een haastige kus zat er niet in, op die zomerse septemberdag in 1943; het luchtalarm ging af, de trein moest het station inderhaast verlaten. Het was de laatste keer dat Beekman zijn vrouw zou zien. In september ’44 werd ze in Dachau gefusilleerd, wegens spionage.

Het kortetermijngeheugen van de 85-jarige Jaap Beekman is niet meer wat het was, maar feiten van zestig jaar geleden kosten hem geen enkele moeite. Hij vertelt zonder haperen hoe hij in 1938 in vrijwillige dienst ging bij het derde regiment rode huzaren en kort voor de oorlog werd overgeplaatst naar het eerste eskadron pantserwagens in Vught. ‘Ik wilde beroeps worden. Met mulo kon je niet zoveel in die tijd. Ja, op kantoor zitten, maar dat was niks voor mij. Nog steeds niet. Maar ik dwaal af, geloof ik.’

Het eskadron in Vught. ‘Oh ja.’ Beekman begint beeldend te vertellen hoe zijn legeronderdeel in mei 1940 werd overrompeld. ‘We zagen allemaal vliegtuigen overkomen, met kruizen erop. Goh, het zal wel oorlog zijn, zeiden we. En we zagen zwarte stippen in de lucht die steeds groter werden.
Bommen. ‘Vliegveld Ypenburg, dat hij hielp bewaken, werd in een vloek en een zucht ingenomen. De Nederlandse soldaten werden ontwapend en vrijgelaten, Beekman incluis. ‘Vreemd eigenlijk, dat de Duitsers ons zomaar lieten lopen.
Een groot deel van ons is later toch bij het verzet gegaan of naar Engeland uitgeweken.’

Zoals hijzelf. In 1943 kwam Beekman in Engeland aan, via Spanje, Curaçao, Venezuela, de VS en Canada. ‘Allemaal met de boot, hè. Van Canada naar Engeland met de Queen Elizabeth 1, met tienduizend mensen.’ Beekman, 24 toen, meldde zich bij de Prinses Irene Brigade in Wolverhampton. Of hij terug naar bezet gebied durfde, om als organisator en wapeninstructeur het verzet te ondersteunen, werd hem gevraagd. Beekman wilde wel.

Hij ging voor een stoomcursus naar de radioschool in Thame en ontmoette daar Yolande Unternährer, een Franse vrouw met Zwitserse wortels. ‘Ik was direct verliefd. Het was een hele lieve vrouw. Ze stopte de sokken voor veel van de mannen.’ In augustus trouwden ze. Dat was snel, beaamt Beekman. ‘Maar je wist van elkaar dat je de oorlog misschien niet zou overleven. Laten we het maar vast doen, zeiden we.’ En zo werd Yolande Unternährer Yolande Beekman.
Haar toenmalige man, lachend: ‘Haar moeder gebruikte mijn naam ook wel eens.
Ze vonden het vreselijk, zo’n Duitse naam.’

In september ’43, krap vier weken na hun huwelijk, ging Yolande naar Frankrijk. Ze werd aan de grond gezet in Saint Quentin, dichtbij Lille, waar ze onderdak vond in een café. Op een benauwd zolderkamertje richtte ze een zendstation in. De dag bracht ze lezend door, ’s avonds zond ze informatie van het verzet naar Londen. Tweemaal kwamen Duitse peilwagens akelig dichtbij. Yolande koppelde de apparatuur dan los en zocht een nieuw schuiladres.

Weer eens op de vlucht arriveerde ze in de nacht van 12 op 13 januari 1944 in een smoezelig café langs een kanaal: de Moulin Brulé. Overdag zou ze daar met Gustave Bieler – een spil in het lokale verzet – overleggen waar de zendapparatuur naartoe gebracht kon worden. Wat ze niet kon weten was dat de Gestapo had besloten om Bieler, die ze al langer op de korrel hadden, juist die dag te arresteren. Door puur toeval viel hen in de Moulin Brulé ook Yolande Beekman in handen.

Yolande werd gemarteld, eerst in St. Quentin en later in Parijs, maar sloeg niet door. Enkele weken later werd ze – door een administratieve fout – naar een gewone gevangenis in Karlsruhe overgeplaatst. Ze dacht de oorlog daar te zullen overleven, maar de administratieve fout werd ontdekt. Yolande werd alsnog op transport gezet naar concentratiekamp Dachau. Na de eerste nacht werd ze uit haar cel gehaald en naar een exercitieterrein gebracht. Een Duitse officier beval haar te knielen en voorover te buigen. Het spel was afgelopen.

Zo ongeveer is het gegaan, zegt Jaap Beekman in zijn appartementje van verzorgingsflat Arcadia. ‘Het had mij ook kunnen overkomen. Ik deed hetzelfde werk als Yolande, maar dan in Beerzerveld.’ Een maandje getrouwd zijn – dat is kort. ‘Te kort, ja. Jammer dat het zo is gelopen.’

De trouwfoto van Jaap Beekman en Yolande Beekman-Unternährer. Twee weken later, in september ’43, werd Yolande gedropt in Frankrijk, om nooit meer bij haar man terug te keren.

Foto FAMILIE BEEKMAN

© Wegener.NV2005

Noot: De foto waarover hierboven gesproken wordt is helaas niet in ons bezit.

Voor een deel van de levensloop van Jacob en Yolande Beekman.