1RH: Meidagen 1940.

Het le Regiment Huzaren

Samenstelling en encadrering
Het 1e Regiment Huzaren was op 10 mei 1940 tijdelijk versterkt met 1-3 R.H. (bereden), het 2e Eskadron Pantserwagens (minus het 3e en 4e peloton) en een peloton Pantserwagens (verouderd type: de Morris en de Panter); terwijl 6-1 R.H. tijdelijk was ingedeeld bij de Brigade A.

Staf 1 R.H.
D. A. Camerling Helmolt, luitenant-kolonel: Regimentscommandant
Jhr. A. van der Goes, Majoor: hoofdofficier toegevoegd
P.C.L. Blom, Ritmeester: Ritmeesteradjudant
mr. E.H. ’s Jacob, res. 1e luitenant: luitenant toegevoegd
mr. P.F.W. Baron van 1ill, res. 1e luitenant: gasofficier
H.F. Keetell, res. 1e luitenant: luitenant toegevoegd
mr. C. Laan, res. 1e luitenant: lt. adjudant hfd. officier toegevoegd
L.F.J.M. Lucassen, res. 2e luitenant: luitenant toegevoegd
J. Wieberdink (motordienst), vaandrig: off. techn. opzichter
R.E. Dijkhuizen (mil. adm.) 2e luitenant: verplegingsofficier
dr. V.M.E. Winters, kapitein: regimentsarts
drs. H.W. Hoefnagels, 1e luitenant: officier van gezondheid1-1 R.H.
L.C. Cnopius, Ritmeester: E.C.
mr. J.W. de Jong Schouwenburg, res. 1e luitenant: P.C.
L.U. de Sitter (4 R.H.), res. 1e luitenant: P.C.
J.W. Schlimmer, 2e luitenant: P.C.
E.J. Baron van Voorst tot Voorst, kornet: P.C.
drs. F. de Groot, 1e luitenant: paardenarts

2-1 R.H.
Jhr. P.J. Six, res. Ritmeester: E.C.
P.G. Methorst (4 R.H.), res. 1e luitenant: P.C.
mr. B.F. Everts, res. 1e luitenant: P.C.
G. van Schaik, 1e luitenant: P.C.
H. F. Westrik, res. 2e luitenant: P.C.
B. Stonebrink, 1e luitenant: paardenarts

3-1 R.H.
C. Huisken, res. Ritmeester: P.C.
ir. J.M. van Rhede van der Kloot, res. 1e luitenant: P.C.
C.H. Kranenburg, kornet: P.C.

4-1 R.H.
mr. A.L.F.J. de Vries, res. Ritmeester: E.C.
H Simon Thomas, res. 1e luitenant: P.C.
P. Rink, kornet: P.C.
J.H. van Melie, OWI: P.C.

5-1 R.H.
H.C.M. Marijnen (2 R.W.), res. kapitein: E.C.
B.F. Geuns (1 R.W.), res. 1e luitenant: P.C.
F.A. da Costa (2 E.W.), res. 1e luitenant: P.C.
D. van Baalen (2 R.W.), res. 2e luitenant: P.C.

-1 R.H.
mr.dr. H. van Zanten(l R.W.), res. kapitein: E.C.
G.J.H. Elshove (2 R.W.), res. 1e luitenant: P.C.
P. Buys (1 R.W.), res. 1e luitenant: P.C.
C. Alders (1 R.W.), res. 2e luitenant: P.C.

M.E.-1 R.H.
H.A.G. van der Hardt Aberson (1 R.W.), res. kapitein: E.C.
D. van der Sleesen (2 R.W.), res. 1e luitenant: S.C.
mr. H.E.R. Rhodius, res. 1e luitenant: S.C.

Eskadron Pantserafweergeschut-1 R. H.
J.J. Simons, res. 1e luitenant: E.C.

Sectie Mortieren 8 cm. – 1 R. H.
C.P. Gülcher, kornet: E.C.

Pel. Paw. -1 R.H.
E.C. Everts (K.R.A.), res. le luitenant: P.C.

1-3 R.H.
Jhr. G.H.A. van Kinschot, Ritmeester: E.C.
J.J. Henny, res. le luitenant: P.C.
H.H.R. van der Laan, 1e luitenant: P.C.
J.K.L. Koch, 2e luitenant: P.C.
drs. C. van Beusekom, 1e luitenant: paardenarts

2e Eskadron Pantserwagens (minus twee pelotons)
J.L. Bruinier, Ritmeester: E.C.
Jhr. W.F. Clifford Kocq van Breugel, res. 2e luitenant: P.C.
A.H. van der Vliet, adj. onderofficier: P.C.

 

Een van de 3 Morris pantserwagens: de Buffel, de Bison of de Wisent.

 

 
Opdracht 1e Regiment Huzaren
Het 1e Regiment Huzaren met onder bevel het 5e Regiment Huzaren vertraagt in het vak van IVe Legerkorps, volgens onderstaande richtlijnen, een vijandelijke opmars op de Veluwe.
Deze vertraging dient te geschieden met vooruitgeschoven onderdelen aan het Apeldoorns Kanaal, en het vernietigen van al1e bruggen over dit kanaal.
Met het gros van het versterkte regiment de vertraging zoeken in de algemene lijn Harderwijk-Ermelo-Garderen-Harskamp door het stellen van voorbereide hindernissen en vernielingen, teneinde met zoveel mogelijk troepen intact als reserve binnen de stelling van het IVe Legerkorps te komen.
Terugtochtsassen:
– kunstweg Amersfoort-Apeldoorn
– kunstweg Amersfoort-Zwolle. Na de terugkeer in de stelling, verzamelen in het gebied Soesterberg-Huis ter Heide. Zuid van het Regiment treedt het 3e Regiment Huzaren in het vak van het IIe Legerkorps op met een zelfde opdracht.

Plan commandant 1e Regiment Huzaren
De vertraging zal worden uitgevoerd in vier vertragingslijnen:

  • lijn A: Apeldoorns Kanaal;
  • lijn B: Ermelo-Speulde-Garderen-Kootwijkerbroek;
  • lijn C: Putten-Voorthuizen-Barneveld;
  • lijn D: IJsselmeer-Nijkerk-Terschuur-Hoevelaken.
  • 1 R.H. zuid en 5 R.H. noord.

Uitvoering van het plan
1 RH.
Lijn A:
3-1 R.H. noord; 2e Eskadron Pantserwagens (-) zuid. Na uitvoeren van de taak aan het Apeldoorns Kanaal 2e Eskadron Pantserwagens ter beschikking in de lijn B. 3-1 R.H. naar de lijn C.
Lijn B:
4-1 R.H. in de lijn Valk-Kootwijkerbroek;
2-1 R.H. (bereden) omgeving Stroe en aan de spoorweg Amersfoort-Apeldoorn;
5-1 R.H. aan de grote weg Amersfoort-Apeldoorn ter hoogte van Houtdorp;
1-1 R.H. (bereden) omgeving Garderen;
1-3 R.H. (bereden) achterwaarts, als reserve aan de kunstweg Amersfoort-Apeldoorn.
Het Eskadron Zware Mitrailleurs, het Eskadron Pag. en de verouderde pantserwagens in de lijn B.
Lijn C:
4-1 R.H. omgeving Barneveld;
2-1 R.H. (bereden) spoorweg Amersfoort-Apeldoorn;
1-1 R.H. (bereden) noord van Voorthuizen;
3-1 R.H. Boschuisje verder noord van Voorthuizen;
5-1 R.H. omgeving Voorthuizen;
1-2 R.H. (bereden), reserve omgeving Klaarwater 3 km. noordwest van Hoevelaken.

5 R.H.
Lijn B: Twee eskadrons;
Lijn C: Twee bereden eskadrons
(zie verder optreden van 5 R.H.)
commandopost 1 R.H.: Voorthuizen.

10 mei 1940
Om 05.00 uur hadden alle onderdelen van het versterkte 1 R.H. hun opstellingen ingenomen. Om 06.10 werd opdracht gegeven om de 27 bruggen over het Apeldoorns Kanaal te laten springen. De cavalerieonderdelen in de lijn A werden in het uitvoeren van deze opdracht bijgestaan door een daartoe aangewezen pionierscompagnie 3-1 R.H., het 2e Eskadron Pantserwagens ging daarna terug in of nabij de lijn B, waarbij het Eskadron Pantserwagens op zijn terugtochtweg nog enige vernielingen moest uitvoeren.

 

Pantserwagen M38 van het 2e Eskadron Pantserwagens.

 

 
De terugtocht werd begonnen zonder in contact met de vijand te zijn geweest. De Regimentscommandant bleef dus in het ongewisse of in zijn vak de vijand al of niet aanwezig was. Om 09.45 uur werd C. 1 R.H. door de Commandant IVe Legerkorps ingelicht dat 4 R.H. was teruggegaan. In verband met deze informatie besloot C. 1 R.H. teneinde een omtrekking door de vijand te voorkomen de lijn B los te laten en terug te gaan op de lijn C.
In de loop van de dag kwam een bericht binnen dat vijandelijke vliegtuigen bij Radio Kootwijk waren geland. Een peloton pantserwagens werd naar Radio Kootwijk gezonden met de opdracht hier tegen op te treden. De melding bleek achteraf op een misverstand te berusten. Het peloton keerde bij het regiment terug zonder met de vijand in contact te zijn geweest.
Om 18.12 ontving C. 1 R.H. bericht dat 4 R.H. achter de stelling van het IIe Legerkorps was teruggegaan. In verband hiermee gaf de Commandant IIe Legerkorps de opdracht dat het 1e regiment Huzaren een opstelling moest innemen in de lijn D. Deze lijn had een verloop van noord naar zuid en was ongeveer 6 kilometer oost om Amersfoort getrokken. Om 23.30 uur gelastte Commandant IVe Legerkorps, op grond van een door de Commandant Veldleger gegeven bevel, dat alle bereden onderdelen achter de stelling terug moesten gaan en zich moesten verzamelen in de omgeving van Soesterberg. Alle bereden eskadrons kwamen onder bevel van C. 5 R.H.
Voor C. 1 R.H. betekende dit bevel een aanzienlijke aderlating van zijn sterkte, immers: niet alleen 1-2 R.H, 2-2 R.H. en 1-3 R.H, moesten terug, maar ook geheel 5 R.H.
Voor het bezetten van de lijn D had 1 R.H. nu nog slechts ter beschikking drie eskadrons Wielrijders, het Eskadron Zware Mitrailleurs, het Eskadron Pag., de Sectie Mortieren van 8, het 2e Eskadron Pantserwagens (minus twee pelotons) en het Peloton verouderde Pantserwagens.

11 mei 1940
In de vroege ochtenduren was de opstelling in de lijn D:
– 5-1 R.H. versterkt met een Sectie zware mitrailleurs, de Sectie mortieren van 8 en twee stukken Pag. te Klaarwater, 2 kilometer ten oosten van Hoevelaken;
– 3-1 R.H. versterkt met een peloton Pantserwagens en een sectie Zware Mitrailleurs ten zuidwesten van Nijkerkerveen;
– 4-1 R. H. versterkt met een peloton Pantserwagens en een sectie Zware Mitrailleurs ten zuidwesten van Nijkerk aan de grote weg.
De commandopost van C. 1 R.H. was te Vinkenhof (kruispunt Hoevelaken). In de loop van de morgen werden door het 2e Eskadron Pantserwagens verkenningen verricht naar de IJssel en voorbij Apeldoorn. Hierbij werd niet op de vijand gestoten. Alle bruggen over de IJssel waren zoals reeds eerder gezegd op tijd gesprongen. De Duitsers waren verplicht bij Westervoort een brug te slaan en hiermee was klaarblijkelijk hun brugslagpotentieel uitgeput. Daarenboven zullen de troepen bestemd voor de aanval op de Grebbeberg voorrang op de pontonbrug bij Westervoort hebben gehad.
In de middag kwam een bevel binnen waarbij het 2e Eskadron Pantserwagens (minus drie pelotons) en het Peloton verouderde Pantserwagens werd opgedragen zich naar Den Haag te verplaatsen. Hierdoor bleef nog slechts één peloton Pantserwagens ter beschikking van C. 1 R.H.
Het resterende peloton Pantserwagens voerde in het begin van de middag een verkenning op de Veluwe uit in de richting Apeldoorn, waar op dit moment reeds Duitse troepen aanwezig waren. Omstreeks 17.00 uur kwamen de laatste IJsseltroepen door de lijn D. Korte tijd later werden er in het voorterrein vijandelijke pantserwagens waargenomen.
Om ongeveer 18.00 uur viel een peloton van 3-1 R.H. bij de Mheen, 2,5 kilometer noordwest van Barneveld in een hinderlaag, waarbij een korporaal en vijf huzaren sneuvelden. Het tegen deze vijand ingezette peloton Pantserwagens ontmoette 1,5 kilometer van Voorthuizen zware weerstand.
Eveneens om 18.00 uur werd 5-1 R.H. bij de brug over de beek te Klaarwater aangevallen door vijandelijke pantservoertuigen, welke werden gesteund door infanterie op auto’s en motorrijders.
Ongelukkigerwijze hadden de stukken Pag. net opdracht gekregen een andere opstelling in te nemen, waardoor het eskadron nu zonder pantserafweermiddelen tegenover de vijand stond. Door gebrek aan springmiddelen kon de brug niet meer worden opgeblazen. De op de weg staande versperring van karren en dergelijke werd eenvoudig door de vijandelijke pantservoertuigen van de weg afgedrukt. 5-1 R.H. week al vurende voor de vijand en kwam binnen de voorposten. De vijand zette geen achtervolging in. De Sectie Mortieren van 8, onder aanvoering van de kornet C.P. Gülcher, opende met zijn beide mortieren het vuur op de vijandelijke pantservoertuigen en boekte voltreffers. De vijand maakte halt en trok zich terug. Van dit treffen vlak voor de stelling ontving C. 1 R.H. enige tijd later bericht. Na dit bericht machtigde C. 1 R.H. 3-1 R.H. en 4-1 R.H. voor overmacht terug te gaan, maar Hooglanderveen in geen geval los te laten.
Gezien het feit dat de vijand dichtbij was werden de ‘asperges’ in de verschillende toegangswegen geplaatst, behalve in de weg over Hooglanderveen. Over deze weg kwamen 3-1 R.H. en 4-1 R.H. in de loop van de avond binnen de stelling, waarbij zij ongelukkigerwijze onder het vuur van de voorposten kwamen te liggen, die in de veronderstelling verkeerden dat de vijand naderde.
De Commandant IVe Legerkorps kon zich echter niet met het teruggaan van de eskadrons verenigen en gaf opdracht dat deze opnieuw voor de stelling moesten optreden. De drie eskadrons werden verzameld in de omgeving van de commandopost, gelegen aan de oostelijke uitgang van Amersfoort nabij het kruispunt Hoevelaken.
De nieuwe opdrachten luidden voor:
4-1 R.H. versterkt met een sectie zware mitrailleurs: opstelling aan de weg en spoorweg naar Apeldoorn, 1 kilometer zuidoost van kruispunt Hoevelaken. Opdracht: het uitvoeren van verkenningen in de richting van Achterveld en 4 kilometer zuidoost daarvan;
5-1 R.H. versterkt met een sectie zware mitrailleurs: opstelling 1,5 kilometer ten oosten van het kruispunt Hoevelaken. Opdracht: het uitvoeren van verkenningen in de richting Terschuur en 4 à 5 kilometer oost daarvan;
3-1 R.H. versterkt met een sectie zware mitrailleurs: opstelling 3 kilometer zuidwest van Nijkerk. Opdracht: het uitvoeren van verkenningen in de richting van Nijkerk en oost daarvan. Aangezien de asperges gesloten waren, konden de stukken Pag. niet worden meegenomen. De zware mitrailleurs, de mortieren en de daarbij behorende munitie werden in draaglasten te voet meegenomen.
Bij het doorschrijden van de aspergeversperring gaf de infanterie, die blijkbaar niet op de hoogte was gebracht van de verplaatsing, stormvuur af. Dit vuur, dat ongeveer een half uur duurde, noodzaakte het eskadron in dekking te gaan en was daarna moeilijk te verzamelen. Helaas waren door deze beschieting ook enige huzaren gewond geraakt.

 

En deze staat in de Bernhardkazerne.

 

 
12 mei 1940
Door de beschieting en de daardoor ontstane verwarring was veel tijd verloren gegaan, waardoor de drie eskadrons pas om 05.30 uur de hun aangewezen opstellingen hadden bereikt. Net ter plaatse aangekomen kreeg 4-1 R.H. vijf vijandelijke pantserwagens onder vuur. Na een hevig vuurgevecht trok de vijand terug op Terschuur.
Om 10.00 uur gingen de drie eskadrons met een enigszins gewijzigde opdracht voorwaarts:
4-1 R.H. naar Achterveld met opdracht te verkennen in de richting Barneveld;
5-1 R.H. naar Terschuur met opdracht te verkennen naar Voorthuizen;
3-1 R.H. naar de noordoost rand van Nijkerk met opdracht te verkennen in de richting van Putten en Ermelo.

4-1 R.H. onder aanvoering van de reserve Ritmeester mr. A.L.F.J. de Vries ging halverwege Hoevelaken-Terschuur van de spoorweg en de grote weg naar Apeldoorn af naar het zuiden en volgde de weg die loopt van Terschuur naar het 4 kilometer zuidwaarts gelegen Achterveld. Aangezien de brug in deze weg over de Barneveldse Beek was opgeblazen werd deze beek doorwaad. Hierna ontving het eskadron vijandelijk vuur.
Met de Eskadronscommandant aan het hoofd ging het eskadron onmiddellijk tot de aanval over en wist de vijand op Achterveld en in oostelijke richting naar Barneveld terug te werpen. Bij deze aanval werden enige krijgsgevangenen gemaakt.
De vijand waarmee het eskadron in gevecht was geraakt bestond uit een bataljon infanterie, een antitank compagnie, een genie compagnie en een batterij artillerie. De krachtsverhouding viel van meet af aan ongunstig uit ten opzichte van het eskadron.
Toen het eskadron bij de kerk van het dorp was gekomen, werd het uit twee richtingen hevig aangevallen. De Eskadronscommandant, die met zijn PCn. de huzaren voorging, werd hierbij aan zijn knie gewond. Met de woorden ‘Geeft niets, ik geef het nog niet op’ stelde hij zijn omgeving gerust. Een aantal Duitsers die de Eskadronscommandant, mr. A.L.F.J. de Vries, sommeerde zich over te geven kregen te horen: ‘Dat nooit, leve de Koningin!’ Kort daarna greep hij een karabijn en riep: ‘Stormen’. Onmiddellijk daarop werd hij door een kogel dodelijk getroffen. De kornet P. Rink, commandant van een peloton, die eveneens moedig zijn huzaren aanvoerde, werd door een granaatscherf dodelijk aan het hoofd getroffen.
Op de westvleugel was een ander peloton vastgelopen tegen zwaar vijandelijk vuur. De pelotonscommandant, de reserve 1e luitenant H. Simon Thomas, werd dodelijk door een kogel getroffen, juist toen hem het bericht door een ordonnans werd gebracht dat de Ritmeester was gesneuveld. Drie van de pelotons waren in een hevig gevecht gewikkeld en het vierde peloton dat in tweede lijn lag kreeg vuur van achteren. De pelotonscommandant, de Opperwachtmeestersinstructeur J.H. van Melic, die zijn huzaren krachtig aanmoedigde met de woorden ‘Overwinnen of sterven’, werd zwaar gewond en is enige tijd daarna aan deze verwondingen overleden.
Van het eskadron waren op dit moment de Eskadronscommandant, een luitenant, een kornet, een opperwachtmeester, twee wachtmeesters, een korporaal en vijf huzaren gesneuveld en waren er velen gewond. Het eskadron was nu geheel omsingeld en de vijand drong van alle zijden op.
De overgebleven pelotonscommandant, een wachtmeester die nu het commando had overgenomen, trachtte de restanten van het eskadron te verzamelen om zich aan de groep van de vijand te onttrekken. Deze poging mislukte. Velen hebben nog een tijd moedig gestreden maar tenslotte moest het eskadron de ongelijke strijd opgeven. Zestig man werden gevangen genomen, de overigen hebben na enige dagen te hebben rondgezworven, de eigen linies weer kunnen bereiken.
Achteraf is gebleken dat de Eskadronscommandant niet was ingelicht over het feit dat de voorposten in dit gebied reeds met de vijand in gevecht waren!

5-1 R.H. onder aanvoering van de reserve kapitein der Wielrijders H.C.M. Marijnen rukte omstreeks 10.00 uur op naar het oosten tot Terschuur en tot aan de grote weg naar Apeldoorn, alwaar een peloton met zware mitrailleurs werd achtergelaten. Een peloton volgde de grote weg naar Voorthuizen, dat 6,5 kilometer verder naar het oosten lag.
Het eskadron (minus twee pelotons) maakte onder aanvoering van de Eskadronscommandant een omtrekkende beweging om de noord met de bedoeling de vijand in Voorthuizen in de rug aan te vallen. In Voorthuizen stootten de beide pelotons op de vijand, die aanzienlijk sterker bleek te zijn dan men had verwacht.
Een der pelotons wist zich na een kort gevecht aan zware verliezen te onttrekken. Het andere peloton bracht de vijand ondanks het weigeren van één der lichte mitrailleurs bij het Hotel ‘De Vergulde Wagen’ aanzienlijke verliezen toe. Het peloton werd omsingeld waarna de pelotonscommandant, die geen enkele mogelijkheid meer had om aan een totale vernietiging van het peloton te ontkomen, zich overgaf.
Het andere peloton dat van Terschuur uit opmarcheerde in de richting van Voorthuizen raakte in gevecht met de vijand waarbij een onderofficier en dertien huzaren gevangen werden genomen.
Het zwaar gehavende eskadron verzamelde ten westen van Terschuur en ging daarna op last van de Regimentscommandant opnieuw terug naar Terschuur. Hier aangekomen raakte het eskadron in gevecht met een drietal vijandelijke pantserwagens die zich echter terugtrokken. Terschuur bleef in het bezit van het eskadron.
Om 18.15 uur kwam het bericht van de Regimentscommandant dat het eskadron zich achter de stelling moest terugtrekken. Vermist werden op dat moment 1 officier, 6 onderofficieren, 1 korporaal en 27 huzaren, Een huzaar was gesneuveld.

3-1 R.H. onder aanvoering van de reserve Ritmeester C. Huisken had opdracht in de richting van Nijkerk en oost daarvan, verkenningen uit te voeren.
Eerst werd een peloton op verkenning uitgezonden, dat tot ongeveer 2 kilometer noordwest van Barneveld was gekomen en dat vaststelde dat Barneveld door sterke vijandelijke eenheden was bezet. Op de terugweg ontving het peloton vuur ten zuidwesten van Nijkerk.
Om omstreeks 16.30 uur bevond het eskadron zich in Nijkerk en werd aldaar verrast door vijandelijke pantserwagens die ongemerkt uit zuidoostelijke richting tot middenin het eskadron hadden kunnen oprukken. Er ontstond een hevig gevecht waarbij de commandopost van het eskadron drie keer door granaten werd getroffen en waardoor onder andere de aldaar aanwezige mitrailleurmunitie ontplofte. Gedurende dit gevecht raakten twee pelotons, de sectie zware mitrailleurs en de Eskadronscommandant dermate in de klem dat verder verzet nutteloos bleek en men zich moest overgeven. Een deel van een noordelijker gelegen peloton heeft zich nog aan de greep van de vijand kunnen onttrekken.
Bij het gevecht in Nijkerk sneuvelde een huzaar van het eskadron en een huzaar van de sectie zware mitrailleurs.
Bij de Regimentsstaf was men van de gevechten die de drie eskadrons deze dag voor de stelling hadden geleverd in eerste aanleg geheel onkundig gebleven. Eerst om 17.00 uur kwamen de gegevens omtrent het optreden van 4-1 R.H. en 5-1 R.H. binnen. Van 3-1 R.H. ontbrak aanvankelijk elk bericht. Uitgezonden ordonnansen werden door de vijand verjaagd en eerst laat in de avond van deze fatale 12e mei kwam ook de laatste jobstijding van 3-1 R.H. binnen.
Toen ’s avonds om 21.00 uur in de Dumoulin-Kazerne appèl werd gehouden waren niet meer dan de Regimentsstaf, het eskadron Zware Mitrailleurs (minus een sectie), het eskadron Pag., een peloton Pantserwagens en het gehavende 5-1 R.H. aanwezig. 3-1 R.H. en 4-1 R.H. waren daarbij niet aanwezig.

14 mei 1940
Na de terugtocht van het IVe Legerkorps bevond het regiment zich in de omgeving van Huis ter Heide, Soesterberg en Haarzuilens alwaar het zich op het moment van de capitulatie bevond.
De verliezen van het regiment waren echter relatief hoog geweest. Aan doden, overledenen aan bekomen verwondingen waren deze verliezen: 2 officieren, 4 onderofficieren, 3 korporaals en 13 huzaren. Het 2e Eskadron Pantserwagens verloor een huzaar.

6-1 R.H. Dit eskadron was tijdelijk ingedeeld bij de Brigade A in de Betuwe. Hierbij werden meerdere patrouilles voor de stelling gereden. Bij één van deze ritten reed op 11 mei een patrouille ongelukkigerwijze in een mijnenveld bij Heteren, waardoor een korporaal en twee huzaren werden gedood en de pelotonscommandant gewond raakte.

Eindfase
De eindfase speelde zich af te Harderwijk, waar het regiment op last van de bezetter op 15 juli 1940 moest worden ontbonden. De standaard van het regiment is NIET in handen van de vijand gevallen, evenmin als de traditionele bezittingen. Gedurende de bezetting is het doek van de standaard echter verloren gegaan. Dit is bij een brand vernietigd onder omstandigheden die nu niet meer zijn na te gaan.

Bron: Vier Eeuwen Nederlandse Cavalerie
Auteur: Luitenant-generaal der Cavalerie b.d. J.A.C. Bartels
Uitgeverij: De Bataafsche Leeuw, Amsterdam, 1987


Website LANDSVERK M38 ARMOURED CAR (Engels)