1RH: Dodenherdenking Voorthuizen Foto’s.

Dinsdag 13 mei 2025

 

Voordracht Dhr. Albers Spierings tijdens de Herdenking in Voorthuizen, 13 mei 2025.

Herdenken verbindt ons met het verleden.

Herdenken doen wij niet alleen vandaag en ook niet alleen hier.
Maar de herdenking hier in Voorthuizen voegt voor mij wel iets extra’s toe, niet alleen door de aanwezigheid en de actieve hulp van zoveel jonge mensen, maar vooral ook omdat ik in mijn zoektocht naar het wel en wee van mijn vader en moeder voor en tijdens de oorlog, erachter kwam dat mijn vader sinds 1928 dienstplichtig sergeant was bij het 6e Eskadron Huzaren, 1e Regiment wielrijders. Soldaten op een fiets dus. En niet een elektrische fatbike of één met tien of meer versnellingen, maar een zware dienstfiets zonder versnellingen. Soms nog extra verzwaard omdat zij ook nog een zware mitrailleur mee moesten torsen, gewoon vastgebonden aan de stang.

En door een dagboekje dat mijn moeder heeft bijgehouden vanaf de dag dat mijn vader en moeder trouwden een paar weken voor het uitbreken van de oorlog, tot het moment dat mijn vader drie maanden later terugkeerde uit krijgsgevangenschap, kon ik niet alleen achterhalen dat hij o.a. hier in Voorthuizen en Kootwijk was gelegerd maar dat er zelfs een officieel gevechtsverslag is van de patrouille waarop hij door de Duitsers in de buurt van Zetten in de Betuwe gevangengenomen werd.

Eergisteren, 11 mei, stond ik bij de herinneringsplaquette aan de Lakemondsestraat in Opheusden. Op die plek, precies 85 jaar geleden, op de tweede dag van de oorlog, kwam een deel van het peloton van mijn vader in een mijnenveld terecht. Vier van hen overleefden dat niet, waaronder de Huzaren J.J. van Dort en E.J. Morren. De zoon van Huzaar van Dorth is hier vandaag ook aanwezig, net als de dochter van Huzaar E.J.Morren. Mijn vader had op dat moment geen weet van wat er met zijn kameraden was gebeurd. Hij was een uur daarvoor met drie soldaten op verkenning langs de spoorlijn gestuurd, onder vuur van de Duitsers komen te liggen en door hen gevangengenomen, samen met twee van de drie soldaten.

Bij dat monument aan de Lakemondsestraat, in 2016 onthuld door de zoon van Huzaar van Dorth ter nagedachtenis aan zijn vader en de drie andere omgekomen Huzaren, heb ik eergisteren ook een bloemenhulde gebracht. Die gebeurtenis van toen herdenken wij hier vandaag ook. Maar wat zijn zoon en anderen hier aanwezig, misschien niet weten is, dat de eerste herdenking op die plek aan de Lakemondsestraat op 28 mei 1940 is geweest. Dat weet ik uit het dagboekje van mijn moeder.

Moeder schrijft over die 28e mei 1940:
Eerst naar de kerk. Kwam onderweg de kaptein tegen die vertelde dat alle gevangenen naar Holland terugkomen. Om half 10 met mevr. Sterk, v. Wageningen en ik en het escadron, ongeveer 60 man, een droeve plechtigheid bijgewoond. Op 2 kerkhoven in Heteren een krans wezen leggen op de graven van de 4 gesneuvelden. Eerst bij Morren en v. Dorth, waar de kaptein een woordje sprak, toen naar het graf van Hoogwerf en Palland. Op iedere grafheuvel stond een zwart houten kruis en daarop de helm. Alle vier vaders van kinderen. Daarna naar de plek waar het gebeurd is, er lagen nog aan flarden gescheurde kleeren. Op die plaats werden luitenant Elshoven en Verwoerd ernstig gewond maar de berichten zijn gunstig.

-tot zover haar dagboekje-

Waar de een zijn leven liet, moet de ander aan het leven verder bouwen.

Deze zin is te horen in een documentaire over de slag bij Arnhem in 1944. In één zin samengevat waarom wij hier bij elkaar zijn om te ‘herdenken’. Omdat wij behoren tot de mensen die aan het leven verder moeten bouwen. WIJ zijn degenen die hen kunnen herdenken die in en door oorlogen zijn omgekomen. Mijn, Onze vader en moeder hebben de oorlog nog zeer bewust meegemaakt, maar over niet zo lange tijd kunnen we alleen nog maar herdenken door overlevering. Weldra zijn alleen wij de generatie die de herinneringen en ontberingen van de oorlog levend moeten houden en overdragen aan de volgende generaties, opdat wij en onze kinderen en de generaties daarna, hopelijk géén oorlog meer hoeven mee te maken. Al is vrede, met de ontwikkelingen in de huidige wereldorde, niet meer zo vanzelfsprekend.

Op 11 mei 1940 wordt mijn vader per fiets, samen met drie soldaten, op een verkenningstocht langs de spoorlijn gestuurd. Mijn moeder beschrijft die tocht in haar dagboekje als vreselijk. Maar op het moment dat mijn vader tijdens die tocht gevangen wordt genomen zit zij zelf aan drie kanten tussen de gevechtslinies. En ondanks het feit dat er allerlei evacuatieplannen lagen, belandde dus ook onze moeder midden in het oorlogsgeweld. Ik heb het nooit geweten en ik kan het nog steeds niet goed bevatten.

Toen onze moeder op 1ste Pinksterdag ’s morgens hoorde dat haar man krijgsgevangen was gemaakt, spoedde zij zich op haar pantoffels naar de plek waar hij zou staan: het einde van de weg in Andelst. En ik kan mij voorstellen hoe blij ze allebei waren om elkaar te zien, ondanks de ellendige situatie waarin mijn vader zich bevond.

Twee gewone mensen, een pasgetrouwd stel dat er nog geen weet van heeft dat ze uiteindelijk zeven kinderen groot zullen brengen.
Zouden ze op dat angstige moment ook nog toekomstplannen hebben gemaakt? Ik denk dat het waarschijnlijker is dat die twee mensen die dag alleen maar bezig zijn geweest met elkaar moed in te praten.

In 2017 wist ik nauwelijks wat mijn ouders in de eerste oorlogsdagen hebben doorstaan. En ook mijn broers en zussen wisten van niets, behalve dat onze vader krijgsgevangen was gemaakt, dat is het enige dat onze ouders ons hebben verteld. We wisten zelfs niet eens dat hij Huzaar was, laat staan sergeant.
Maar de zoektocht die ik in 2017 naar hun oorlogsverleden begon, heeft ertoe geleid dat onze vader op 12 mei 2018 uit handen van Luitenant-kolonel b.d. bij de koninklijke landmacht, Johan van Hoppe, postuum het mobilisatie oorlogskruis kreeg uitgereikt. Hoe bijzonder was het dat die uitreiking plaats mocht vinden op de plek waar onze vader en moeder toen precies 78 jaar eerder, nog de dag met elkaar door hebben mogen brengen nadat onze vader gevangengenomen was en de dag voordat hij werd afgevoerd naar het krijgsgevangenenkamp Stalag IIA Neubrandenburg bij Berlijn.

Sinds ik erachter kwam wat er op die fatale zaterdag 11 mei 1940 is gebeurd, bezoek ik regelmatig het monument aan de Lakemondsestraat in Opheusden, zoals eergisteren dus, om na te denken over de offers die mensen toen hebben gebracht.
En dat is ook de reden dat ik nu al een aantal jaren hier in Voorthuizen kom. Om te herdenken. En ik ben blij dat mijn broer en zus hier nu ook zijn.

Herdenken doen wij om de doden en alle mensen die voor onze vrijheid gestreden hebben en daarvoor nog steeds strijden, te eren en hun ons respect te tonen. Herdenken is belangrijk, omdat ik mij steeds vaker realiseer dat ik dat alleen kan doen omdat wij hier gelukkig nog steeds in vrijheid leven. Want op heel veel plekken op de wereld woeden oorlogen die dagelijks heel veel onschuldige slachtoffers maken. Vrede en Vrijheid zijn helemaal niet zo vanzelfsprekend, al ervaren wij die misschien wel zo.

Aan jullie, de nieuwe generatie, wil ik de hoop meegeven dat deze herdenking hier in Voorthuizen over 50 jaar nog steeds gehouden wordt. Maar dan georganiseerd door jullie en jullie kinderen. Ik hoop ook dat er dan nog steeds af en toe mensen een ogenblik stilstaan bij het monument aan de Lakemondsestraat in Opheusden. Gewoon om even na te denken over wat er in de oorlog is gebeurd. Want als dat over 50 jaar nog steeds gebeurt, weten we dat er hier geen nieuwe oorlog is uitgebroken.

Eerst wilde ik afsluiten met het gedicht “Bericht aan de Levenden” van Hendrik Mattheus van Randwijk, verzetsstrijder tijdens de 2e wereldoorlog. Zijn waarschuwing is in de wereld van vandaag, actueler dan ooit, omdat het uit eigen belang zo makkelijk is: “Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.”

En omdat ‘herdenken’ daarom ook belangrijker is dan ooit. En om die reden heb ik gekozen voor het gedicht ‘Door de ogen van…’ van mijn vrouw Nicole Bruininga.
Opdat wij niet vergeten!

Als het einde nadert
En de vrijheid in zicht is
Waar ben ik dan
Wie ben ik dan
In de tijd die komen gaat
Door de tijd die is geweest

Zeg het mij
Kind van de toekomst
Zie ik de vrijheid
Zoals jij hem ziet
Voel ik hem
Zoals jij hem voelt

Ik kind van de oorlog
Jij kind van de toekomst
Waar ontmoeten wij elkaar
Hoe ontmoeten wij elkaar
In hoeverre erken je mijn bestaan
Als je nooit in mijn schoenen hebt gestaan

Kind van de toekomst
Mijn hart huilt
Door de pijn die er in schuilt
Ik kan hem niet vergeten
Ach kind van de toekomst
Je moest eens weten.

Gedicht

Het is 85 jaar geleden,
dat het gedaan was met de vrede.
De Huzaren, de dappere helden te paard,
vluchten voor ieders en eigen huis en haard.
De Duitse soldaten, die mensen,
hadden volgens mij totaal geen grenzen.
Hitler vond het niks die Joden,
hij bedacht voor hen dingen die werden verboden.
De mensen met de letter J, een Jood,
die gingen met de trein richting de dood.
Zij werden weggevoerd, zonder pardon,
het was 1943, toen dat begon.
Wij staan nu op het gras,
waar vroeger om ons heen de oorlog was.
Je had je leven niet meer in eigen hand,
de vijand speelde de baas in Nederland.
Gelukkig behoort dit tot het verleden,
En leven we al lange tijd in vrede!.

Jan Willem Visscher

Herdenken

We hebben nu in Voorthuizen vrede.
Maar… ongeveer 80 jaar geleden werden alle Joden
bij meerdere plekken verboden.

Er waren heel veel Huzaren,
die Voorthuizen wilden bewaren.
Daarom staan we op dit moment bij dit prachtige monument.

De huzaren waren te paard, maar werden niet altijd gespaard.
Heel veel mensen kenden geen grenzen.

En nu gaan we herdenken en ons respect schenken.
Aan iedereen die heeft geleden, zodat wij kunnen leven in vrede.

Lana Bettink

Benthe Nap Xander van Middendorp

 

Monument te Voorthuizen.